Van faillissement naar fundament voor de toekomst
Op de laatste Algemene Ledenvergadering van 2022 droeg Janhein Pieterse na acht jaar de voorzittershamer over aan Roderik Bolle. Een bewogen periode waarin, ondanks alle financiële zorgen en de coronacrisis, de rugbysport in Nederland van 11.000 leden en 81 clubs in 2014 groeide naar 17.000 leden en 96 clubs begin 2022. ‘Daar moeten we met z’n allen toch trots op zijn.’ We blikken terug met Janhein. Richting de toekomst kijken we vooruit met Roderik. Beide mannen doen graag iets terug voor de sport die hen veel heeft gebracht.
“Het was een behoorlijk, maar ook uitdagende ‘klus’ waar ik aan begon”, begint Janhein, als hij terugdenkt aan de beginperiode in 2014. “Rugby Nederland, voorheen NRB, was bijna failliet en stond op het punt om te vallen. Daarmee zou de rugbysport in Nederland voorlopig stil komen te staan.”
Om de situatie het hoofd te bieden, pakt Janhein de handschoen op. “Ik speel sinds begin jaren 70 en ben verslaafd geraakt aan de rugbysport. Heb vele vrienden leren kennen via rugby en door de jaren heen kameraadschap opgebouwd met vele spelers van andere clubs, op het veld en ernaast. Dan wil je op een zeker moment in je leven ook graag iets terug doen voor de sport waar je zoveel plezier aan beleefd hebt, en nog steeds aan beleeft.” Echter heeft hij één eis; hij wil zijn eigen bestuur kunnen samenstellen. “Door de zakelijke en organisatorische ervaringen van de bestuursleden, en hun betrokkenheid bij de rugbysport, waren we in staat snel de balans op te maken en een herstelplan op te stellen.”
Toen een aanzienlijk bedrag nodig was om de schuldeisers op afstand te houden, bleek hoe sterk de saamhorigheid en betrokkenheid van de rugbyclubs en haar leden is voor de sport. “Binnen een paar weken brachten de verenigingen het beoogde bedrag op. Dat is nu een lening van de rugbyclubs aan Rugby Nederland. Het stelde de bond in staat afspraken te maken met de schuldeisers. Dit was en is nog steeds een unicum in de sportwereld en ik ben er trots op hoe we dit samen hebben gerealiseerd.”
De aanpak was simpel en doeltreffend. “In de jaren daarna hebben we een adagium gehanteerd, wat voor ieder bedrijf en huishouden zou moeten gelden: ‘Geef niet meer uit dan je hebt en houd liefst nog wat over’. Het heeft gewerkt. We zijn weer financieel gezond en kunnen de leningen van de clubs geleidelijk aflossen.”
In die fase is ook de competitie en organisatie draaiende gehouden. “De inzet en betrokkenheid van de clubs waren hierbij essentieel. Het was en is niet altijd makkelijk om de verschillende belangen van de clubs op één lijn te krijgen, maar ik denk dat de basis er ligt, mede door het opzetten van de regiostructuur.”
De financiële herstructurering in 2015 had een aantal lastige beslissingen tot gevolg. “Naast het ontslaan van medewerkers moesten we ook pas op de plaats maken met de nationale selecties. Er is besloten alleen de Oranjeheren draaiende te houden om te zorgen dat de talenten, veelal opgeleid in de Rugby Academy’s, hun ambities konden waarmaken. Dat betekende dat de Onder 18- en Onder 20-selecties voorlopig niet naar de internationale toernooien zouden kunnen. Ook toen bleek weer de kracht van de rugbywereld; binnen een maand hebben de ouders van de spelers een fundraisingactie opgestart, waardoor de Onder 18 en Onder 20 wel naar de EK-toernooien konden gaan. Ik heb het al vaak gezegd, ik ben ervan overtuigd dat participatiesport, breedte, en prestatiesport, top, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Kijk waar we nu staan met onze internationale selecties. Allemaal spelen ze op dit moment, op het hoogst haalbare niveau in Europa!”
Rugby Nederland dat zijn we met z’n allen: spelers, clubs, scheidsrechters, staf, bondsbureau, bestuur. Dat vindt Janhein. “Hoe lastig dit door sommigen soms ook wordt gezien of ervaren, is het wel onze kracht en het fundament voor de verdere ontwikkeling van Rugby Nederland.”
Tot slot: “Ik kijk met ontzettend veel plezier terug op mijn periode als voorzitter en heb er alle vertrouwen in dat de nieuwe voorzitter Roderik Bolle de volgende stap van groei, ontwikkeling en professionalisering van Rugby Nederland verder tot een succes maakt.”
Janhein Pieterse is nu 70 jaar en begon als rugbyspeler bij Ascrum. Tot drie jaar geleden beoefende hij de sport nog die hem zoveel bracht.
Voor Roderik is het een eer dat hij de hoeder mag zijn van Rugby Nederland. “Het is minimaal voor drie jaar en men kan daarna nog maximaal twee keer worden herkozen”, begint de oud-voorzitter van Haagsche RC, de grootste club van Nederland. “De bond moet de ‘startpagina’ van het rugby zijn. We moeten aan iedereen ons ‘waarom’ uit kunnen leggen, op alle niveaus en binnen alle lagen van onze sport.”
Er is veel respect voor zijn voorganger Janhein. “In een tijd dat de bond bijna omviel stak hij zijn hand op om vervolgens vooral puin te moeten ruimen. En met succes. Voor mij nu de nobele taak om echt te kunnen focussen op de rugbysport verder brengen.”
Roderik zijn streven is de bond voor iedereen toegankelijk te maken. Meer middelen, meer kennis, meer leden, meer infrastructuur, met Oranje als voornaamste boegbeeld. “Onze sterke punten uit de sport als kameraadschap en respect moeten we constant blijven uitdragen, (rugby)initiatieven als Project Turn Over en de Harde Leerschool tonen onze relevantie, óók binnen dat sociale domein – we zijn met afstand de mooiste sport van allemaal. Laten we vooral die sport vieren.”
Nederland staat weliswaar nog behoorlijk ver af van professioneel rugby, maar de constante focus op -en dus de aanwas van – onze jeugd moet het mogelijk maken de komende 8 tot 12 jaar die laatste stap ook te maken. Op dit moment spelen veel Nederlandse rugbytalenten in het buitenland. In de verdere professionalisering van de rugbysport in ‘niet Six Nations’ landen is het onvermijdelijk dat de ereklasse in de komende jaren geleidelijk naar een (semi)professioneel niveau groeit. Ik denk dat deze ontwikkelingen en de volgende stappen goed verwoord zijn in het nieuwe Strategisch Plan 2021-24. “Het is niet een heilig doel op zich, maar als natuurlijk resultaat van onze inspanningen in de breedste zin van het woord.”
Roderik ziet het als bestuurlijke uitdaging om met het bondsbureau beleid te schrijven waarin het doel ‘Growing the Game’ als uitgangspunt geldt. “Wat mij betreft kan dat alleen als de clubs zich ook in die ambities herkennen, hun rol daarin omarmen en vooral ook deelgenoot worden van de vruchten van onze inspanningen.”
Dat de sport op meerdere vlakken in de lift zit, is een positieve ontwikkeling natuurlijk. Als ‘clubman’ weet hij dat iedereen daarvoor nodig is. Als voorzitter van Rugby Nederland is dat niet anders. “Met elkaar zijn we de bond. We moeten verenigd blijven, ook als we groeien. Daar ga ik voor. Daar sta ik voor.”
Roderik Bolle is nu bijna 50 jaar en was vijf jaar voorzitter van de Haagsche RC. Zelf spelen doet hij nu al bijna tien jaar niet meer – laatstelijk bij HRC, daarvoor bij Ascrum, Old Alleynians en London Scottish. Zijn zoontje (10) speelt al zes jaar voor HRC, momenteel bij de mini’s.